De internetconsultatie van het ministerie van VWS over art 62 van de Geneesmiddelenwet sluit vandaag af. De consultatie is de start van het wetgevingstraject om artikel 62 aan te passen, een aanpassing die de ‘IPad-drogist’ wettelijk mogelijk zou maken. Het ministerie van VWS startte op 5 december 2023 met de consultatie en ieder kan tot en met vandaag, 16 januari 2024, reageren.
Met het wetgevingstraject wil het ministerie van VWS het mogelijk maken om de fysieke drogist te vervangen door een digitaal oproepbare drogist voor de advisering bij de verkoop van UAD-geneesmiddelen. Het CBD heeft gisteren op de consultatie gereageerd. De reactie van het CBD luidt als volgt:
“Een analyse van de wetgeving en de staande praktijk maakt duidelijk dat aanpassing van de Geneesmiddelenwet waar het gaat om de verkoop van UAD-zelfzorggeneesmiddelen onnodig en bovenal onwenselijk is zoals consumenten-, patiënten-, zorgverleners- en zorgdeskundigenorganisaties eerder al hebben aangegeven. De afschaffing van de bestaande wettelijke verplichtingen zorgt voor een ongewenste uitholling van minimumnormen ten nadele van de consument, met name, ten nadele van de niet of minder taal- en IT-vaardige burger. Dit raakt meer dan 2,5 miljoen inwoners in Nederland van boven de 18 jaar.
Met uitzondering van het tijdelijke, beperkte experiment “drogist op afstand”, is de praktijk altijd in overeenstemming met de wet geweest, en omgekeerd.
Daarnaast is de online verkoop van UAD-geneesmiddelen al sinds eind 2013 in Nederland wettelijk toegestaan. Hiervoor is dan ook geen wetswijziging nodig. De verkoop op afstand van UAD-geneesmiddelen wordt geregeld in art. 67a Geneesmiddelenwet. Het argument van de regering om de onmogelijkheid voorlichting ‘via het internet fysiek’ te geven met dit wetsvoorstel op te heffen, is onjuist en gekunsteld: de toenmalige wetgever kan bij de invoering van het nieuwe art. 67a Geneesmiddelenwet uiteraard in alle redelijkheid niet hebben bedoeld om een eis in de wet op te nemen waaraan onmogelijk kan worden voldaan.
De huidige wettekst biedt alle ruimte voor digitale voorlichting. De huidige wet staat het gebruik van bijvoorbeeld een tablet in een fysiek verkooppunt gewoon toe, zo lang maar wordt voldaan aan de wettelijke eis dat er gedurende de openingsuren een (assistent-) drogist in het fysieke verkooppunt aanwezig is voor het geven van voorlichting. Kortom, de voorgestelde aanpassingen zijn onnodig èn onwenselijk. De voorgestelde aanpassingen zijn stuk voor stuk verslechteringen. De door de regering aangedragen argumenten voor aanpassing van de wet zijn onjuist.
Het CBD is graag bereid de eerder opgedane ervaring en kennis rondom de keurmerken Erkend Specialist in Zelfzorg (fysiek winkels) en Zelfzorg Online (online winkels) in te zetten en is voorstander van het organiseren van een brede consultatie van stakeholders, waarbij het consensusdocument ‘Basisnorm voor verantwoorde zorg terhandstelling UAD-geneesmiddelen door drogisten’ van het IVM als vertrekpunt kan dienen.”
Andere partijen die op de digitale consultatieronde hebben gereageerd, zijn onder andere de KNDB, Stichting Pharmacon, Neprofarm, Care & Beauty, de Consumentenbond, het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en experts zoals huisartsen, apothekers, een universitair docent geneesmiddelencommunicatie en een psychiater/crisisdient-teamleider. De reacties zijn in te zien via de digitale consultatieronde.