Senatoren stellen vragen over Veegwet

geplaatst op: 28 april 2023

De Eerste Kamer buigt zich binnenkort over de Veegwet met daarin de kwestie van de IPad-drogist (artikel 62), die op 31 januari 2023 door de Tweede Kamer is goedgekeurd. Zorgpartners hebben de Eerste Kamercommissie van VWS geïnformeerd over de onzorgvuldigheden en juridische onduidelijkheden in de wetswijziging. De senatoren hadden tot en met dinsdag 14 maart de tijd om vragen in te brengen en de bedoeling is dat minister Kuipers van VWS voor 28 april deze vragen beantwoordt.

De inzet van de verschillende zorgpartners heeft geleid tot een goede inbreng van vragen van de fracties van PvdA, GroenLinks, SP, ChristenUnie en CDA. D66 heeft nog geen vragen gesteld over artikel 62, maar geeft wel aan dat er belangrijke wijzigingen worden voorgesteld in de Veegwet terwijl deze normaal gesproken geen substantiële beleidsveranderingen omvat.
De betrokken partien zullen de reacties van de regering blijven monitoren, essentiële vervolgvragen suggereren aan de fracties en nieuwe media-aandacht genereren. De datum waarop de Eerste Kamer de Veegwet behandelt, is nog niet bekend. Op 6 juni 2023 vindt de laatste Eerste Kamervergadering in de huidige samenstelling plaats. Er is een kans dat de Veegwet door de nieuwe Eerste Kamer wordt behandeld. Vanwege de grote winst van BBB tijdens de provinciale verkiezingen, verkennen we ook hoe deze nieuwe senatoren in de discussie rondom de IPad-drogist staan.

Gezamenlijke vragen van PvdA, Groen Links en SP; PvdD en 50plus sluiten hierbij aan

  • Kan de regering beargumenteren waarom er is gekozen voor een technische wijziging van de wettekst, terwijl de afdeling uitdrukkelijk adviseert dat een wijziging van de huidige wet noodzakelijk is in het kader van de verschaffing van geneesmiddelen zonder de voorlichting van een fysieke (assistent-)drogist?
  • Kan de regering onderbouwd aangeven waarom deze wijziging geen beleidswijzing of een inhoudelijke aanpassing van de wet is, maar slechts een technische aanvulling of verduidelijking?
  • Kan de regering tevens aangeven waarom het staatsrechtelijk verantwoord is om zo’n ingrijpende inhoudelijke wijziging via de Verzamelwet te laten plaatsvinden? De leden van de fracties van PvdA, GroenLinks en SP wijzen in dit verband ook op de op 24 november 2015 aangenomen motie-Hoekstra c.s.7 (34.300, O), waarmee de regering wordt verzocht zich te onthouden van een koppeling van separate wetsvoorstellen.

Gezamenlijke vragen van de fracties van de ChristenUnie en het CDA; 50Plus sluit hierbij aan

  • Waarom is de regering van mening dat dit geen wezenlijke inhoudelijke aanpassing van de wet is?
  • Kan de regering aangeven waarom zij van mening is dat deze verandering van het contact geen invloed heeft op de actieve benadering en waarom het de facto vergelijkbaar is met face-to-face contact?
  • Waarom denkt de regering dat digitale ondersteuning voldoende is voor de kwetsbare groep van 2,5 miljoen mensen die lage digitale, taal- en gezondheidsvaardigheden hebben?
  • In de memorie van toelichting lijkt te worden gesuggereerd dat het wetsvoorstel ervoor zorgt dat wet en praktijk weer met elkaar in overeenstemming worden gebracht. Kan de regering dit toelichten?
  1. Op basis van welke praktijken meent de regering dit te kunnen stellen?
  2. Betekent dit dat nu al ‘drogisten op afstand’ functioneren?
  3. Zo ja, gaat dit dan tegen de wet in? Wordt daar niet op gehandhaafd?
  • De leden van de fracties van de ChristenUnie en het CDA vragen hoe de regering de bezwaren van de vele medische experts, consumenten- en patiëntenverenigingen weegt en waarom aan deze bezwaren (tot nu toe) niet tegemoet is gekomen.