In diverse media verschenen berichten dat de corona-zelftesten minder goed in staat zijn om de omikronvariant te detecteren. Dat zou blijken uit onderzoek van de Amerikaanse medicijnenautoriteit FDA naar de allereerste resultaten bij een levend virus. Volgens het ministerie van VWS is het onwaarschijnlijk dat zelftesten minder goed werken bij de omikronvariant.
Het RIVM heeft – net als veel andere instituten– een studie gedaan naar de mate waarin het zich snel verspreidende omikronvirus door de antigeen sneltest wordt opgepikt. Zij gebruikten een verhit, inactief virusdeel van Omikron. Uitkomst van RIVM is dat er geen verschil is tussen de testresultaten bij Delta en Omikron.
Volgens VWS is het onwaarschijnlijk dat zelftesten minder goed werken bij de omikronvariant omdat de antigeen zelftest niet naar het gemuteerde gedeelte van het virus kijkt. Waarschijnlijker lijkt dat de test minder sensitief was omdat er in het sample van mensen met dag 1-klachten minder Omikron-virusdeeltjes voorkomen dan bij het Deltavirus het geval is. Bij minder virusdeeltjes, is test snel minder sensitief. Waarschijnlijk is de zelftest net zo betrouwbaar als bij Delta op dag 2, 3 etc. Het RIVM blijft veldonderzoek verrichten, vergelijkt dat met de uitkomsten van de GGD-coronatesten en in januari worden nadere uitkomsten verwacht.
Zelftesten zijn een momentopname, benadrukt het RIVM ook in een recent bericht van RTL Nieuws. Het advies om kort voor een bezoek een sneltest te doen, blijft van kracht. Omdat omikron zich sneller vermenigvuldigt, is het nog belangrijker geworden om de test kort voor een (oudjaars)bezoek aan anderen te doen.